Karina en Denys zijn vluchtelingen uit Oekraine. Sinds enkele weken zitten ze op Durendael. Ze zijn ingestroomd in het derde leerjaar van de tweetalige vwo-klas. En dat gaat hen goed af. We spraken met hen over hun vlucht uit Oekraine, hun ervaringen met het Nederlandse onderwijssysteem en hun toekomstplannen.
Sinds 8 maart is Karina (14) in Nederland. Ze vluchtte samen met haar moeder voor de oorlog in Oekraïne. Broer Denys (17) volgde vier dagen later vanuit Aruba, waar hij op uitwisseling was. Nu wonen ze met z’n drieën bij een gastgezin in Oisterwijk. Vader bleef achter in hun woonplaats Kiev. Hij heeft een achtergrondfunctie in het leger.
Op de vlucht voor de oorlog
‘Ik werkte op Aruba in een uitwisselingsprogramma als tolk/vertaler voor Russischtalige zakenmensen,’ vertelt Denys, ‘toen de oorlog uitbrak. We dachten allemaal dat het niet lang zou duren, maar dat liep anders. Mijn moeder belde me dat ik een ticket moest regelen. Niet naar huis, maar naar Amsterdam. Zij en mijn zusje Karina waren daar intussen ook aangekomen.’ Karina vertelt verder: ‘We zijn gevlucht via de grens met Moldavië. Constant ging het luchtalarm af, dat was heel beangstigend. In Moldavië konden we bij familie logeren. We zijn er een week gebleven omdat we moesten wachten tot het luchtruim open ging. Met de bus zijn we vervolgens naar Boekarest (Roemenië) gereisd. En vandaaruit konden we een vlucht boeken naar Amsterdam.’ In totaal waren we ongeveer tweeënhalve week onderweg.
Contact met het thuisfront
‘Bij ons gastgezin in Oisterwijk is het leuk. Het is een groot huis en we hebben er twee kamers voor onszelf, dat is fijn. De gastouders zijn ook erg aardig en helpen ons om hier een leven op te bouwen. Ik ben ook heel blij dat ik gewoon naar school kan. En we zijn lid geworden van de Tilburgse Open Roeivereniging (TOR). Dat biedt veel afleiding van de oorlog. Elke dag bellen we met papa, hoe het met hem gaat en met onze andere familie. Hij maakt het goed en hij is veilig. Gelukkig werkt hij ver van het front. We kunnen goed met elkaar communiceren via Starlink*. Ons huis ligt in het centrum van Kiev, daar wordt niet echt gevochten. Dat was meer aan de randen van de stad. Maar je weet het natuurlijk nooit.’
Goede match met tweetalig onderwijs
Karina en Denys zitten nu allebei in 3 vwo-tto op Durendael. Dat bleek een goede match. Denys: ‘We werden eigenlijk meteen opgenomen in de klas. Toen we de eerste les binnenkwamen waren ze bij scheikunde bezig met het voorbereiden van de ‘science fair’. De leerlingen werkten allemaal in kleine groepjes, Karina en ik werden ook ingedeeld. Omdat onze klasgenoten heel goed Engels spreken, kunnen we elkaar prima begrijpen. Ik denk zelfs dat onze aanwezigheid hen dwingt om altijd Engels te praten in de klas,’ grinnikt hij. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’
Een ander onderwijssysteem
Hoewel er regelmatig geklaagd wordt door hun klasgenoten als ze veel huiswerk op hebben of een moeilijke toets, ziet Denys dat anders. ’Het onderwijssysteem in Nederland verschilt veel van dat in Oekraïne. Jullie hebben echt voor elk niveau een aparte afdeling. Dat bestaat bij ons niet. In ons land word je gewoon ingedeeld op leeftijd. Iedereen volgt hetzelfde programma en dezelfde vakken, Je hebt niets te kiezen en moet maar zien dat je het redt. Hier is veel meer persoonlijke aandacht. Appreciate what you have’ besluit hij. En daarmee bedoelt hij niet alleen de keuzevrijheid op school.
‘Ik ben hier heel gelukkig’
Voor Karina is het de eerste keer dat ze fysiek middelbaar onderwijs volgt. De afgelopen tijd had ze twee jaar lang online school in verband met corona. Ze vindt het daarom erg belangrijk om contact te houden met haar vriendinnen die ze nog kent van de basisschool. Die zitten door de oorlog nu ook over heel Europa verspreid. ‘Ik ben hier heel gelukkig’ vertelt ze. ‘Ondanks dat ik ver van huis ben zie ik wel de voordelen van ons verblijf in het westen. Ik zou hier ook graag gaan studeren. Maar ik heb het niet alleen voor het zeggen natuurlijk.’ Ook Denys ziet een toekomst in Europa of mogelijk zelfs Amerika wel zitten. ‘Door mijn werk op Aruba zijn mijn ogen al opengegaan.’
Toekomst in het westen
‘Maar nu gaan we eerst genieten van de meivakantie’, zeggen broer en zus als ik doorvraag naar hun toekomstplannen. ‘Misschien dat de oorlog nog een maand of vier, vijf duurt. Daarna kijken we wel weer verder. We hebben ons hier razendsnel aangepast dus dat zal in de toekomt ook wel lukken. Wat ze wil gaan studeren weet Karina nog niet, ze is nog maar 14 dus ze heeft de tijd. Voor nu is ze heel blij met de gitaar die ze van haar gastmoeder heeft gekregen. Ze speelt er graag op. Karina:'Ik ben een creatief persoon en zie wel een toekomst voor mezelf in die richting, iets met muziek of tekenen.' Denys heeft plannen in de IT. Of hij niet bang is dat hij wordt opgeroepen voor militaire dienst? ‘Ik word in augustus pas 18 en misschien is de oorlog dan al over. En anders verstop ik me op Aruba. Als het moet, dan zal ik vechten, maar liever niet!’
* Het satellietnetwerk Starlink van het bedrijf SpaceX van Elon Musk voorziet ruim 5000 locaties in Oekraïne van internet.